In de 17e eeuw raakte de Veluwe in trek bij de adel. Je kon er namelijk heerlijk buiten zijn en goed jagen in de ongerepte natuur. Vooral langs de randen, aan de zuidzijde in het Geldersch Arcadiƫ en aan de oostzijde in de IJsselvallei. Stadhouder Willem III liet in 1684 juist midden op de Veluwe bij het Oude Loo zijn jachtslot bouwen. Deze plek was niet willekeurig, hij wilde met ingenieuze waterwerken, gevoed door natuurlijk water, enorme fonteinen laten spuiten in zijn tuin. Uiteindelijk spoten ze hoger dan die in de tuinen van Versailles, waarmee zijn doel was bereikt: het aftroeven van Koning Lodewijk XIV.
Maar macht en pracht zit hem niet alleen in de kastelen, ook in het landschap zijn de sporen van de adel te zien, in bijvoorbeeld wallen, een koningsweg of eendenkooien. En met de bouw van duizenden grafheuvels werd in de prehistorie al een machtig ritueel landschap gecreƫerd.